Je hersenen horen niet wat er gezegd wordt!
Ze horen wat ze kunnen verstaan.

Kunnen verstaan wat wordt gezegd, bedoeld, gehoord wil worden, is onder invloed van heel veel verschillende aspecten.

1. Ten eerste letterlijk; het kan zijn dat je hersenen ‘fonetisch’ verstaan wat je tegen jezelf zegt. Bijvoorbeeld: “Het kan toch niet’ terwijl je hersenen kunnen verstaan ‘Het kant toch niet’. Spreek maar eens uit.

2. Hoe ontspannen je bent. Of: waar je autonome zenuwstelsel op de ‘stressladder’ zit. Stress maakt dat je meer focus hebt op gevaar (of veiligheid vinden). Dus valt het één meer op van wat je zegt en het andere wordt weggefiltert.

3. In welke ‘rol’ je zit bepaald hoe je e.e.a. ontvangt vanuit als kind/ouder/volwassen rol. Een kind wil alles NU. Een ouder is voorschrijvend en een volwassene heeft de capaciteit om op afstand in te schatten wat nu het beste is en je zelf te laten ontdekken. Dit beïnvloedt hoe je het kunt ontvangen.

4. Of je te maken hebt met een schaduwstuk van jezelf. Iets wat je van jezelf afwijst, of maar hoopt dat anderen het niet van je vinden. Die interne ‘beweging’ is van invloed hoe je iets verstaat.

5. In hoeverre je innerlijk kind het spannend vindt. Is het spannend, is er troost nodig? Hoe meer gespannen, hoe minder er aan komt (zie ook punt 1.)

6. Hoe je in elkaar zit als het gaat om je verlangen naar grote lijnen / nauwkeurigheid / verbinding of focus. Past wat gezegd wordt bij jou voorkeursmanier? En zo niet dan haak je af, raak je gestressed, ben je meer of minder bezig met proces in plaats van uitkomst. Of andersom. Is wat wordt gezegd erg afwijkend van jouw voorkeur, dan kun je zomaar delen missen van wat gezegd wordt.

7. Hoeveel ervaring en kennis je hebt. Gaat het over iets dat je kunt plaatsen, je kent de woorden, dan kun je meer van het gesprek volgen. En de verbindingen leggen. De lading bevatten.

8. Hoe bewust je aanwezig bent. Op het moment dat iets gezegd wordt, ben je aanwezig om te kunnen horen?

9. Bewustzijn algemeen; in hoeverre de lading achter de woorden kunt oppikken.

10. Of je kunt horen wie er vertelt; wiens verhaal klinkt door? Dit geeft lading mee aan wat gezegd wordt. Een bepaalde autoriteit soms ook.

Al deze aspecten, en méér, bepalen mee wat je kunt verstaan. Dit geldt ook over iets dat je zelf zegt, aan jezelf. Dus ook de uitspraken, verhalen, die onbewust in jezelf leven, worden hierdoor beïnvloed of zijn hierdoor ontstaan.

Daarom is het zo belangrijk continu innerlijk werk te doen, zodat je je eigen verhalen ontsluit, onbewuste overtuigingen opspoort en patronen herkent. Als je ergens vastloopt, gaat het meestal om een oud verhaal in je systeem dat rondzingt, maar je niet meer nodig hebt. Hier kun je afscheid van nemen. (Ik help je hoe, via mijn aanbod.)

Als Woordfluisteraar ben ik me bewust dat ook ikzelf dagelijks te maken heb met al deze aspecten. Ook over dingen die ik onbewust tegen mezelf zeg.

Welke herken jij?

Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief

Mis geen waardevolle tips om echt onbelemmerd te ondernemen!